De totstandkoming van De OnderWaterSafari
Twee jaar lang waren ze met De OnderWaterSafari bezig: oud-directeur Gerk Koopmans als projectleider en oud-directeur Harry Wijnandts als projectadviseur.
Waarom hebben jullie gekozen voor een ride?
In Friesland onder Water zag je in één keer wat er allemaal te zien was. De lichten waren aan en veel bewegende onderdelen werkten met sensoren. Als er mensen voor je liepen nam bijvoorbeeld het ijsvogeltje al een duik onder water, maar voor jou was dan de verrassing eraf. Mensen kijken vaak oppervlakkig en lopen snel door. Daardoor missen ze allerlei details en dat is jammer want er zit zo veel meer in. Daar kwam nog bij dat bezoekers heel dichtbij konden komen, waardoor er regelmatig iets kapot ging.
Een ride is een manier om mensen heel geconcentreerd dingen te laten zien. De mover leidt je door de onderwaterwereld, licht en geluid sturen je blik. Zo blijft het spannend en verrassend en mis je niets. En omdat mensen niet meer rondlopen maar in een mover zitten, kunnen er veel meer bewegende onderdelen in, er is veel meer interactie. Je beleving wordt zo veel dieper en intenser.
Hoe is Friesland onder Water ooit ontstaan?
Wijnandts: In 1993 zochten we naar een zinvolle invulling van de kelder. We dachten daarbij aan een nachtwereld of iets ondergronds, iets wat logisch bij een donkere kelder past. Friesland is een echt waterland. Als je bij een meertje naar beneden kijkt, zie je eigenlijk niets. Je hebt geen idee van het leven onder water. En je moet veel moeite doen om die wereld te leren kennen: duikles nemen, een uitrusting regelen en dan zie je per duik nog niet zo veel. Zo kwamen we op het idee om Friesland onder Water te maken, waarbij we de bezoekers iets zouden bieden wat normaal niet binnen de mogelijkheden ligt. De toenmalige preparateur Christiaan Walen heeft een belangrijke inbreng gehad bij de ontwikkeling er van. Omdat je niet weet hoe het er op de bodem van een sloot of plas uitziet, ben je afhankelijk van onderwaterfotografie. Maar we wilden ook graag zelf ervaren hoe het onder water is en zodoende hebben Christiaan en ik heel wat uren met duikpak en snorkel in de Alde Feanen doorgebracht.
Hoe kwam je op het idee voor De OnderWaterSafari?
Koopmans: Het idee stamt al uit 2014 toen de Provinsje Fryslân besloten had dat er één depot moest komen voor de provinciale musea, te weten het Fries Museum, Landbouwmuseum, Scheepvaartmuseum en Natuurmuseum. Ons depot, dat vroeger in de kelder van het museum was gevestigd, moest verhuizen naar het nieuwe Kolleksje Sintrum Fryslân. Daardoor kwam de hele kelderverdieping vrij. Friesland onder Water is bij bezoekers altijd de meest populaire presentatie van het museum geweest, maar vond ook veel waardering onder vakgenoten. Het had kwaliteit, er zat een ziel in. Maar de techniek was verouderd en de zaal kon wel een upgrade gebruiken. In Engeland had ik verschillende museale rides gezien en het was al jaren mijn droom om hier ook iets mee te doen. Dus toen de kelder vrij kwam, lag de weg open voor een totaal vernieuwde onderwaterwereld mét een ride. Je moet je als museum blijven ontwikkelen en innovatief bezig zijn.
Hoe pak je zo’n groot project aan?
De ride was het uitgangspunt, maar al snel kwamen er meer ideeën, bijvoorbeeld: waarom betrekken we het zoutwatermilieu er niet bij. We zijn toen met een club medewerkers het wad op gegaan met een schip en zijn een nacht drooggevallen. Zo konden we sfeer proeven en ideeën opdoen.
We zijn een werkgroep begonnen om de plannen verder uit te werken. Omdat ik zelf geen bioloog ben, heb ik Harry Wijnandts erbij betrokken. Hij is als het ware het biologisch geweten van de onderwaterwereld. Dat leverde natuurlijk wel eens meningsverschillen op want ik wilde het spannend voor het publiek, terwijl Harry zich meer richtte op biologisch verantwoord.
Belangrijk was toen ook de fondsenwerving. Van cruciaal belang was de aanzienlijke bijdrage van 3,5 ton van de Provinsje Fryslân. Hierna volgde de BankGiro Loterij met 4 ton, waarna veel kleinere fondsen ook over de brug kwamen. Wetterskip Fryslân werd onze partner in dit project en levert niet alleen een forse financiële bijdrage, maart ook inhoudelijke input.
Wat maakt De OnderWaterSafari uniek?
In de wereld van de natuurmusea zijn we gewend om diorama’s te maken. Vaak zijn dit klassieke diorama’s zoals een strand met opgezette zeevogels. De OnderWaterSafari is eigenlijk ook een klassiek diorama maar dan gecombineerd met de techniek van nu. Het is een museale opstelling met echte objecten, maar deze staan nu eens niet in een vitrine, als bezoeker ga je als het ware door het glas heen. Je bevindt je ín de vitrine en je beweegt je erin voort. Het is een compleet nieuwe insteek en vrij uniek in de museumwereld.
Wat is het verhaal achter De OnderWaterSafari?
Voor het Natuurmuseum geldt wat bij alle natuurmusea speelt: we willen mensen liefde voor de natuur bijbrengen, hun belangstelling en interesse opwekken. Daarbij hebben we gekozen voor een voor de meeste mensen onbekende wereld vlak bij huis, in onze eigen provincie. In De OnderWaterSafari kun je zien hoe rijk de onderwaterwereld is, hoe veel soorten dieren en planten er leven. Het is eigenlijk één groot verwonderland. Maar om dit verwonderland in stand te houden, moet er wel wat gebeuren. Hoe zorg je dat we schoon water houden, basis voor een gezonde biotoop? Daar speelt ook het verhaal van het Wetterskip Fryslân goed op in. Verwondering over wat groeit en bloeit, ook onder water, zorgt voor begrip. En begrip leidt tot respect en waardering en een zorgvuldig omgaan met.
Wie hebben er allemaal aan meegewerkt?
Er hebben heel veel mensen met verschillende expertise aan meegewerkt hebben. De museummedewerkers hebben hierbij een sleutelrol gespeeld. We hadden niet dezelfde kwaliteit kunnen bereiken en deze rijkdom aan details als we een extern ontwerpbureau hadden ingehuurd. Ook de vorige versies van Friesland onder Water zijn eigen producties geweest. De biologische kennis en jarenlange ervaring en inzicht van de eigen mensen zie je terug in hoe het er nu uitziet.
Daarnaast zijn er veel verschillende bedrijven bij betrokken geweest, soms op de achtergrond en soms met een hele prominente rol. We hebben met name bedrijven dicht bij huis gezocht, uit Fryslân of Noord-Nederland. Alleen de movers en de animatronics (de bewegende onderdelen) komen van wat verder weg. In zoverre is het project ook een economische impuls voor de regio geweest.
Tegen welke problemen liepen jullie aan?
We hebben onderschat hoe enorm complex zo’n project is. Om een voorbeeld te geven: voor de preparateurs moet het plafond er zo snel mogelijk in zodat ze planten en dieren kunnen aanbrengen. Maar de mensen die installaties plaatsen en de besturing regelen willen het plafond er pas op de laatste dag in. En beide hebben gelijk. Vertaal dat maar eens naar haalbaarheid, dat is soms erg lastig. Er zijn ook dingen die we hebben moeten aanpassen. Ons eerste idee was dat bezoekers met mover en al door het ijs zouden zakken, maar dit plan hebben we vanwege veiligheidseisen moeten laten varen.
Wat was erg leuk in dit project?
We hebben erg genoten van het creatieve proces: ideeën die opborrelen, plannen bedenken. De pret van het zonder belemmeringen kunnen fantaseren. Ook het speuren naar spullen was een uitdaging: hoe kunnen we aan een bever komen, waar vinden we otters, zeehonden, beverratten? En dan hadden we nog allerlei speciale objecten nodig, oude vissersspullen bijvoorbeeld zoals een bun, peur, totebel, oliegoed, een Zuidwester, hoe ouder en viezer, des te beter.
Met het afronden van De OnderWaterSafari stopt jullie betrokkenheid als oud-directeuren bij het museum. Wat gaan jullie nu doen?
Het is heel bijzonder om onze carrière in de museumwereld af te sluiten met zo’n mooi project. Na allebei jarenlang ‘in de hitte van de keuken’ te hebben gestaan, konden we ons nu bijna twee jaar richten op inhoudelijke zaken. Een museum is een prachtige biotoop om in te mogen functioneren, het is het mooiste vak om in te werken. Nu gaan we van ons welverdiende pensioen genieten. We hebben allebei een campertje en om af te kicken gaan een rondreis door Europa maken. Daarbij gaan we veel musea bezoeken en waar mogelijk een ride uitproberen om dan hopelijk tot de conclusie te komen dat het goed was wat we hebben gemaakt.